In de geschiedenis zien we terug dat ezels vooral gebruikt werden als last- en pakdier. In Nederland zie je dit bijna niet meer terug, omdat er overal wel een machine voor is uitgevonden. Wel kan je een ezel van alles leren, zoals voor een kar lopen of erop rijden, mits je niet te zwaar bent.

Ook De Mettemaat heeft zijn geschiedenis met ezels. Al meer dan 25 jaar lopen er ezels rondom de boerderij. Van de Ierse bonte ezel en de Franse Poitou ezel tot dwergezels en de normale huisezel. Hierdoor hebben we ervaring in een verscheidenheid aan ezelrassen. Door het jarenlang houden van ezels hebben we een kwalitatief sterke ezelpopulatie die ons veel plezier bezorgt. 

Men kent natuurlijk de vele spreekwoorden over de ezels, zoals zo koppig als een ezel of een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen. Spreekwoorden die indirect het nodige zeggen over de ezel, terwijl het ook hele lieve en aanhankelijke dieren zijn. En uitstekend geschikt zijn voor de hobbyist die graag een paar mooie dieren in zijn wei wil hebben.

Een mannetje noemen ze een hengst, een vrouwtje een merrie/ezelin en het jong een veulen. Een gecastreerde hengst noemen ze een ruin.

De ezels op De Mettemaat eten voornamelijk hooi en gras en hebben vers water tot hun beschikking. Daarnaast krijgen ze afwisselend: brood, wortel, stro, wilgentakken en soms een appel. Soms verwennen wij ze nog wat met lekkere brokken.

Stro is belangrijk voor de vertering (darmwerking) van de ezel. Stro bevat minder eiwitten dan hooi en bevat voldoende vezels voor de ontwikkeling van een ezel. Een juiste hoeveelheid vezels zal weer leiden tot onder andere minder hoefproblemen voor de ezel. 

Sommige planten/ kruiden zijn giftig voor ezels. Dit zijn onder meer de: reuzenberenklauw, eikels, jacobskruid, kruisbes en klimop. En planten met een glazig blad, zoals de rododendron, laurier en de hulst.

 

Schofthoogte: 78 – 160 centimeter

Gewicht: 200 – 250 kg

Leeftijd: +/- 30 jaar

Ezels, paarden en zebra’s horen allemaal bij dezelfde familie: de familie van paarden. Ook muilezels horen daarbij.

Wij hebben hier op De Mettemaat diverse kleurslagen huisezels rondlopen, waarvan de meeste als basiskleur grijs of bruin zijn. Verder hebben wij hier ook bonte, zwarte en witte ezels. Bij sommige huisezels zie je nog de kenmerken van hun wilde voorouders, namelijk been- en rugstrepen. De rugstreep, veelal zwart van kleur, noemt men ook wel de aalstreep.

 

Ezels zijn hoefdieren die geen hoefijzers nodig hebben, omdat de hoeven hard zijn. Wel is, afhankelijk van de ondergrond waar ze veel op lopen, dat er een hoefsmid langs moet komen voor het bekappen van de ezels. Van nature zijn het woestijndieren, waar de ondergrond droog, hard en nat is. Nederland is een stuk wisselvalliger en natter, waardoor de hoeven meer verzorging nodig hebben. Met een hoefkrabber kan je zelf al vuil/ steentjes eruit halen. Mocht je een ezel kreupel zien lopen, controleer dan zelf altijd even zijn hoeven. Door het regelmatig aanhalen van de ezels en de poten vast te pakken raken ze hier vanzelf gewend aan. Door de vele omgang van de zorgvragers met de ezels zijn de ezels hier gewend aan mensen, wat het makkelijker maakt om lichamelijk onderzoek te doen.

Er kan ook sprake zijn van hoefbevangenheid. Dat is een ontsteking aan de hoeven die veel pijn kan veroorzaken. Hierbij speelt vaak en overmatig voeren een rol. De hoef voelt dan warm aan en er is koorts.

 

Een ezel alleen houden is niet verstandig, het beste is om minimaal twee ezels te houden. Ezels zijn kuddedieren en dat zien we hier ook terug. Hier rennen ze lekker door de wei en stoeien met elkaar, maar je ziet ze elkaar ook regelmatig in de nek hangen, het oogt als kriebelen in de nek. Vooral bij jonge veulens zien wij ze regelmatig minutenlang achter elkaar aan rennen door de wei. Een fantastisch gezicht.

 

Het beste is om de ezels te houden in een weide waar niet al te veel gras staat. Zeker in het voorjaar mag het niet teveel bevatten, omdat het gras dan veel voedzamer is. Ezels worden dan snel te dik. Je ziet dit dan aan de omvang en omdat ze kwabben in hun nek krijgen.

Er moet daarnaast ook de mogelijkheid zijn voor de ezels om te schuilen voor de regen of harde wind. Want een ezel beschikt niet over een dikke absorberende vacht.

De ezels lopen jaarrond buiten in de wei, van ’s ochtends tot het eind van de werkdag. In de avonduren staan ze op stal. Mocht het gaan regenen of hard waaien, dan zorgen de ezelverzorgers van De Mettemaat ervoor dat de ezel naar binnen kunnen. Door de dagelijkse verzorging en contact met de ezels zijn ze aanhankelijk en braaf. Bovenstaande omgevingsfactoren zijn uitstekend te realiseren voor veel mensen en daardoor zeker geschikt voor iemand die een paar van deze prachtige dieren in de wei wil hebben lopen.

 

Als een merrie hengstig is, dan laat ze dit op verschillende manieren zien. Onder meer met het klapperen van de tanden en ze gaat veel bij de hengst staan en geeft hem lichamelijke hints. Ook de hengst gedraagt zich anders. Hij wordt namelijk agressiever, bijt, slaat met zijn hoeven en jaagt de merrie op. Dat is voor ons een reden om de hengst een, als het moet, muilkorf om te doen, zodat hij niet kan bijten.

Vanaf drie jaar is een merrie in staat om drachtig te geraken. Jonge merries, zeker voor wie het de eerste keer zal zijn, zullen dit minder snel laten gebeuren dan ervaren merries. Ze kunnen in het begin wat meer schrikken als een hengst dichterbij komt.

De merries die hier lopen kunnen jaarrond gedekt worden, maar onze voorkeur gaat uit naar paringen in het begin van de lente/ zomer. De draagtijd bedraagt 365 tot 376 dagen wat betekent dat het veulen ook in de lente/ zomer ter wereld zal komen. De weersomstandigheden zijn dan beter voor het veulen.

 

 

Bij onze nevenvestiging De Edelingen in Zelhem kunt u een ezel huren voor een paar uur of meerdere dagen om mee te wandelen. Samen met de ezel verkent u de prachtige omgeving hier en heeft u zelfs de mogelijkheid om te picknicken onderweg. Kijk voor meer informatie op: www.ezelstal.com